Een jaar of 3 geleden poneerde ik op het dam-FORUM de
stelling dat het NK in de toekomst maar beter in één week kon worden afgewerkt. Laat de deelnemers gewoon twee partijen op een dag spelen:
sneller, goedkoper en spannender! Ik heb kennelijk nogal wat gezag in de damwereld. Het kampioenschap van Nederland wordt dit jaar inderdaad goeddeels
volgens deze opzet gespeeld.
Wat zijn zoal de pro's en contra's van zo'n opzet? Vanuit het oogpunt van organisatie is het
aantrekkelijk een kampioenschap binnen een week te laten verspelen. Daar zijn simpele praktische en financiële overwegingen voor. Ook voor een publiek
is het aantrekkelijk. Er zit meer vaart in het toernooi en daardoor wellicht ook in de veranderingen op de ranglijst. Ook voor de spelers is het
aantrekkelijk. Er is een verschil tussen het opnemen van 2 weken vakantie of 1 week. Een verliespartij blijft niet te lang doorzeuren en een te lang
verwijlen bij een gewonnen partij is ook niet aan de orde. Voor iedereen geldt immers weer snel: " Aantreden voor de nieuwe ronde! ".
Als minpunt zou je het te grote appèl op de fysieke conditie van de spelers kunnen noemen. Voorts kun je vrezen voor het niveau van
de partijen. Spelers gaan mogelijk energie uitsparen met een weerslag op het gehalte van de duels.
Het is zeker zo dat in deze opzet het
uithoudingsvermogen van de spelers meer op de proef wordt gesteld. Maar wat is daar op tegen? Ik herinner me van mijn eigen NK toernooien die ik eind jaren
70 begin jaren 80 van de vorige eeuw speelde, dat ik op de helft van zo'n toernooi helemaal uitgeput was. Maar toen waren er nog geen sportscholen,
fitnesscentra en mooie voedingspreparaten!
De jongens die nu in een NK spelen zitten dagelijks in de sportschool, roken niet, drinken niet
en eten bergen met fruit. Laat ze die goede conditie dan ook maar eens tonen. Zo komt de sportieve kant van onze sport inderdaad iets geprononceerder in
beeld. Is dat geen goede ontwikkeling? Moeten we om eindelijk de wereldtitel weer eens terug naar Nederland te brengen niet eens wat meer oog krijgen
voor deze kant van onze sport? Het is onbetwijfelbaar dat we in dit opzicht achter liggen op ‘ de Russen ‘.
Wie als dammer Ton Sijbrands als geestelijke vader en idool heeft gehad ziet dammen als een activiteit met een sterke
wetenschappelijk/esthetische component. Dammen is kunst, dat heeft Ton Sijbrands ons geleerd en er is niemand die dat overtuigender heeft
aangetoond.
Maar de schaduwkant van de academische en artistieke nadruk hebben we in de afgelopen twintig jaar op sportief
niveau gezien. De concurrentie uit het oosten bleek het minder belangrijk te vinden dat het allemaal gestroomlijnd gaat, voor haar bleek de waarheid niet
noodzakelijk mooi en zo kwam het dat de pragmatische ‘ steady beat ‘ van Alexeï beter rendeerde dan de spelaanpak van de naar
architectonische hoogstandjes hakende westerse spelers.
Gaan de spelers weldoordacht hun energie
verdelen? Maar dat komt in een traditioneel toernooi ook voor. Moeten we bang zijn voor het niveau van de partijen? Laten we dat afwachten want het is
onloochenbaar dat zelfs rapid-partijen van topspelers vaak verrassend inhoudrijk zijn. En dat we in dit NK met topspelers- een mooie mix van jong en
oud- te maken hebben lijdt geen enkele twijfel.
Heel benieuwd ben ik wie na deze nieuwe opzet -beslist een psychische en
fysieke uitputtingsslag- tot kampioen van Nederland 2006 wordt uitgeroepen.
John van den Borst
|